Opdracht 2. Normen, waarden, regels en wetten.

 

Waarden zijn dingen die mensen belangrijk en waardevol vinden,

bijvoorbeeld: gezondheid, eerlijkheid, netheid, respect.

Waarden zijn voor mensen vanzelfsprekend.

 

Normen geven aan wat mag of niet mag, wat kan of niet kan,

bijvoorbeeld: niet roken, niet jokken, geen rommel maken.

Regels zijn normen die opgeschreven zijn, bijvoorbeeld:

niet roken op school, niet te laat komen, niet eten in lokalen.

Dit staat in het schoolreglement.

 

Wetten zijn regels van de overheid,

bijvoorbeeld: je moet stoppen voor een rood stoplicht,

je mag niet op de stoep fietsen, je mag niet met alcohol op in een auto rijden.

Deze wetten staan in het wetboek.

Thuis en op school, eigenlijk overal, heb je te maken met normen en waarden (geschreven en ongeschreven regels).

Als we van elkaar weten wat onze normen en waarden, regels en wetten zijn, hoeven we daar dus ook geen ruzie over te maken.

We weten waar we ons aan moeten houden en we weten wat we van elkaar kunnen verwachten.

 

Schrijf in de onderstaande padlets jouw normen en waarden en de wetten en regels die jij kent.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb